Persbericht 12 mei 2010

DE KATWIJKSCHE POST WOENSDAG 12 MEI 2010

OUDE KERK heeft veel te vertellen… Andreaskerk, Witte Kerk, maar bij de Katwijkers staat de kerk aan zee toch vooral bekend als de Oude Kerk. Al eeuwenlang domineert de OudeKerk het zicht van Katwijk aan Zee. In de serie ‘De Oude Kerk heeft veel te vertellen’ komen mensen aan het woord die een bijzondere relatie met de Oude Kerk hebben. Deze interviews worden afgewisseld met verhalen over de geschiedenis van de Oude Kerk. De serie, in samenwerking met de Hervormde Gemeente Katwijk aan Zee, verschijnt om de week in De Katwijksche Post.

Twee keer per maand beklimt hij de steile houten trapjes van de klokkentoren van de Oude Kerk. Neemt plaatsachter het carillon en laat Katwijk genieten van zijn klokkenspel. Vandaag, op Koninginnedag, timmert hij er weer stevig op los. De klokken tingelen en beieren vrolijke liedjes terwijl buiten de deelnemers aan de Ronde van Katwijk onder gejuich finishen. De Oude Kerk zelf, ver onder hem, vult zich met deelnemers aan het traditionele Oranje Zanguur.

Vanuit de toren heeft hij een prachtig uitzicht over het rood-wit en blauw getooide Katwijk. ‘Het is ieder jaar weer een belevenis om hier Koninginnedag te beginnen. De sfeer is uniek.’ Aan het woord is de vaste beiaardier van de Oude Kerk aan Zee, Martien van der Knijff. Na het spelen wrijft hij over de eeltknobbels van zijn rechterhand. ‘Je moet echt hard rammen op de toetsen van het carillon, zeker op de klokken met hogere tonen. Het is een weerbarstig instrument.’

Vol liefde spreekt Van der Knijff over ‘zijn’ carillon dat in de Kerktoren van de Oude Kerk hangt. ‘In 1959 is het carillon geschonken door de Katwijkse bevolking. Het heeft helaas maar vier of vijf jaar gespeeld. Aangetast door wind en zout is het instrument in 1985 uitgeschakeld. Het was niet meer te bespelen. Erg jammer.’ Dat de klanken van het carillonuiteindelijk toch weer over Katwijk uitwaaieren heeft de gemeente te danken aan burgemeester Van Montfrans. ‘Zij kwam uit Veere en die plaats heeft ook een carillon onder dezelfde klimatologische omstandigheden, zonder problemen. Van Montfrans maakte zich hard voor de terugkeer van het carillon. Uiteindelijk heeft de firma Eijsbouts het carillon gerestaureerd en teruggeplaatst in 1992. En vanaf die tijd bespeel ik dit carillon. Die functie vervul ik ook in Hattem, Hasselt en Elburg. Maar Katwijk heeft een speciaal plekje in mijn hart.’ Met de gemeente Katwijk heeft hij een overeenkomst. Twee keer per maand moet Van der Knijff fysiek het carillon bespelen. De rest van de maand doet een computer het werk, maar ook de computergestuurde liedjes komen van zijn hand. ‘Het klinkt anders hoor, een computergestuurd stuk of als ik hier zelf achter het carillon zit. Een computergestuurd stuk klinkt strak en clean. Als ik zelf speel, horen mensen echt het verschil.’

Zelf geniet Martien van het spelen aan zee. ‘De bespeling heeft een andere dimensie. Ik zie hier uit mijn raampje de bootjes voorbijvaren. Ik snuif de zilte lucht op en zie mensen over de Boulevard flaneren. Zelfs de muziek klinkt hier anders, zeker met een stevige westenwind. Harde wind heeft invloed
op de klanken, het vervormd. Soms klinkt het bijna vals. De bespeling is bijzonder, maar het instrument
zelf is er eigenlijk één van dertien in een dozijn. ‘Dit is een kleine, lichte beiaard met maar drie octaven bereik. Het liefst zou ik zien dat het carillon wordt uitgebreid naar vier octaven. Dan heb je pas echt een concertcarillon en kan ik concertrepertoire spelen, een grote wens van mij. Ik hoop stiekem op wat geld van de restauratie, wieweet. Speciaal voor Katwijk componeerde ik het muziekstuk ‘Dorp aan Zee’. En dan spelen op een uitgebreid carillon. Man, wat zal dat klinken!’

Door Marian Krijgsman